documentaire over Dina Awwad-Srour en Emma Sham-Ba Ayalon,
interview met Pat van Boeckel – door Diana Vernooij

“Hoe blijf je de schoonheid van het leven zien in tijden dat het moeilijk is? Hoe haal je inspiratie uit dingen waarvan de omstandigheden ongunstig zijn? Met deze vragen werkte ik aan een documentaire voor de Boeddhistische Omroep. Driekwart jaar geleden las ik een artikel over Dina Awwad-Srour en Emma Sham-Ba Ayalon, twee vrouwen uit Palestina en Israël. Emma is een joodse rabbijn en Dina een Palestijnse die samenwerken voor vrede. Ik wilde hun werk in beeld brengen.
Dina en Emma werken veel met de dagboeken van Etty Hillesum. Die dagboeken confronteren je met het leven in een oorlogssituatie. Nederland was lange tijd niet rijp voor Etty Hillesum. Anne Frank beschreef goed en fout. Etty schreef over wat er in de mens zelf zit en dat ook Joodse mensen fout kunnen zitten. Goed en fout zijn niet meer te scheiden. Het duurde decennia voordat een Nederlandse uitgeverij haar dagboeken wilde publiceren. Etty Hillesum is inmiddels ook in Israël beroemd geworden, maar dat is pas sinds kort. Etty schreef op een dag die veel te lang duurde, en waar weer een nieuwe noodverordening was uitgevaardigd, dat ze maar een half uurtje pessimistisch mocht zijn. Ze wilde niet vervallen in treurnis. Etty richtte zich op de wolkenluchten boven het kamp. Ik probeer in deze documentaire haar zoektocht te verbeelden als een metafoor voor de moderne tijd.”
Westerbork
“Etty Hillesum ging mediteren en noemde het haar boeddhistische kwartiertje. Ik weet van de Zen Peacemakers dat zij moeilijke situaties opzoeken. Toen ik hoorde dat de Zen Peacemakers Lage Landen mee zouden doen met het lezen van de 102.000 namen, legde ik de mogelijkheid aan Emma en Dina voor. Ze wilden graag komen naar Westerbork, om meer van Etty Hillesum te leren.
Dina en Emma waren aanwezig toen de naam van Etty Hillesum werd voorgelezen. Het was Manja Pach die haar naam las, de oprichtster van het herdenkingscentrum Westerbork. Zij vertelde Dina en Emma dat haar vader Etty kende. Haar vader was een joodse communist. Hij bood Etty aan om haar te helpen om uit Westerbork te vluchten, maar dat wilde ze niet. Manja’s vader ontvluchtte wel en overleefde de oorlog. Etty ging met haar familie naar Auschwitz. Manja Pach woont in Deventer en heeft daar het Etty Hillesum centrum opgezet. Emma en Dina hebben het centrum in Deventer bezocht. Uiteraard heb ik alles op film vastgelegd.”
Israël / Palestina
“Voor de documentaire heb ik Emma en Dina in hun woonplaatsen in Israël bezocht. Ze wonen ver uit elkaar, in het zuiden en noorden. Emma is rabbijn en ook dichteres. Ze leest een gedicht voor en we laten zien waar en hoe ze woont. Dina komt uit de Westbank. Ze is met een Israëlische Arabier getrouwd, ze wonen met hun gezin in Israël. Als Palestijnse in Israël heeft ze weinig rechten. Haar kinderen staan niet op haar naam, ze heeft geen paspoort en geen rijbewijs en moet steeds haar verblijfsvergunning verlengen. Emma mag daarentegen niet naar de Westbank, wat voor ons geen probleem was.
Emma heeft als joodse rabbijn vaker met kaarten gewerkt, met name kabbalakaarten. Mensen trekken een kaart en lezen wat erop staat en betrekken het op zichzelf. Dat geeft verstilling en inzicht. Al sinds 10 jaar gebruikte Emma uitgetikte citaten van Etty Hillesum in het Engels, als kaarten bij gespreksgroepen. Vorig jaar heeft ze de kaarten met Dina erbij verder ontwikkeld. Ze hebben samen de dagboekcitaten van Etty vertaald in het Hebreeuws en Arabisch en ze laten drukken. Het is een prachtige doos met kaarten en een boekje geworden. Als Joodse wordt Etty Hillesum ‘geclaimd’ door Israël, dus dat de teksten ook in het Arabisch op de kaarten staat valt niet bij iedereen in goede aarde. Maar de citaten zijn interessant en betrokken op het samenleven. Voor iedereen die in oorlogstijd leeft, zijn de teksten boeiend; het leven wordt er menselijk van. Met de kaarten van Etty wordt een ruimte opengelegd voorbij goed en fout. Etty zegt: “Laten we die ene Duitse soldaat omarmen die goed is”.
Nu de citaten in zowel Hebreeuws als Arabisch vertaald zijn, kunnen Palestijnen Etty’s gedachtengoed leren kennen. Voor Dina was het een begin om over de Holocaust te lezen, als ramp voor de Joden, en de Holocaust niet alleen te zien als oorzaak van het Israëlisch-Palestijns conflict.”
gespreksgroep
“Emma en Dina gebruiken de kaarten met citaten van Etty Hillesum in gespreksgroepen. In de documentaire leest Dina een tekst in het Arabisch en legt uit wie Etty is. Er wordt niet over het Palestijns-Israëlisch conflict gesproken, maar de citaten zijn toepasbaar op de situatie van de aanwezigen. Etty wijst geen schuldigen aan, ze benadrukt dat de situatie is zoals ze is en dat het de vraag is wat je dan het beste kunt doen. Daar zit de verbinding met het conflict Israël / Palestina.
In de documentaire zegt een Israëlische vrouw tijdens een kringgesprek: “Wij zijn hier allemaal al voor vrede.” Ze bedoelt dat deze groep eigenlijk niets heeft aan de kaarten. Maar Dina vindt dat te makkelijk. “Luister en probeer te verstaan”, zegt ze. “Onderdruk de oorlog die in jezelf woedt, onderzoek hem.”
De deelnemende Palestijnen en Joden in de gespreksgroepen kennen elkaar niet persoonlijk. Dina vormt het contact met de Arabisch sprekende mensen. We volgen Emma die iedere vrijdag naar een vredeskring gaat, vlakbij de grens van Gaza. Het zijn bearing witness retraites in het klein. Dat doen ze nu al twee jaar. Via Skype leggen ze contact met Palestijnen in het bezette gebied.
Het werken met de kaarten gaat als volgt. Een groep houdt een luistercirkel. Een voor een nemen mensen een kaart en vertellen elkaar wat de tekst hen doet. Dat kleine stukje tekst betrekt je sterk op jezelf. Zo vanuit met een groep mensen in de stilte een tekst tot je door laten dringen, dat komt anders binnen dan als je thuis een boek leest. De kaarten van Dina en Emma werken als koans of spreuken. Een beetje zoals Etty de gedichten van Rilke onder haar kussen in Westerbork koesterde en een strofe per dag las.”
twijfel
“In deze documentaire wil ik laten zien hoe mensen die in vertwijfeling zijn gebracht toch doorgaan. Etty moet hebben getwijfeld en toch ging ze door. Manja Pach denkt dat Etty niet in verzet ging of wilde ontsnappen aan het kamp, zoals Manja’s vader, omdat ze niet bezig was met de dood. Ze stond aan de kant van het leven. Het is niet zo dat ze er voor gekozen heeft om met haar familie de dood in te gaan als wel dat ze zo lang mogelijk het goede wilde blijven doen in het leven, en dat was bij haar familie blijven. Dit is een wezenlijk kenmerk van het getuige willen zijn. Als getuige vul je niet in wat goed is of slecht, je denkt niet strategisch vooruit.
Zelf ben ik opgevoed om in verzet te komen, om iets tegen het kwaad te doen, de gedachte revolutionair bezig te willen zijn – dus deze houding intrigeert me. In bearing witness ben je aanwezig bij wat er is en neem je jezelf mee, met al je twijfel of je het wel goed doet – en je gaat door. Je neemt niet je besluiten vanuit een overzichtsplaatje, maar je besluit voor wat op dat moment gedaan moet worden. Ik hoop met de film te laten zien dat je geïnspireerd kunt raken door te kijken naar de mooie kant van het leven om het vol te houden.”
schieten
“Filmen is jagen, het wordt niet voor niets filmshooting genoemd, het schieten van een film. Ik heb tijdens zo’n project niet de luxe om open in de retraite te staan. Ik heb een idee wat ik op film wil hebben, ik bedenk een lijn voor de documentaire, maar ik heb de gebeurtenissen niet in de hand.
In Westerbork hebben we met de hele groep een luistercirkel gedaan met de kaarten van Etty Hillesum. Het was niet te filmen, het licht was te slecht in de bungalow waar we zaten. Uiteindelijk heb ik wel een paar interviews gemaakt, en shoots van iemand die een gedicht voorleest en van het lopen naar Westerbork door het bos.
Ik ervaar zelf een connectie met Etty, omdat ze zo diep betrokken was én open. Etty deed wat ze deed, zonder strategie. Het zat in haar karakter, je kunt je aan haar optrekken om ervan te leren. Zo zag ik Etty’s houding terug bij een van de deelnemers. Zij las de namen en tijdens het lezen liepen de tranen over haar wangen. Dat raakte me. Zij kon beide: diep betrokken zijn én open. Zelf heb ik ook de namen gelezen, respectvol dat wel, maar ik ervoer het minder diep.
Ook toen ik Emma in Auschwitz filmde, vond ik het jammer dat ik er met de camera was. Als ik aan het filmen ben kan ik mijn eigen emotie niet toelaten. In Westerbork kon ik soms uit respect voor de aanwezigen niet filmen, en tegelijk was ik zo bezig met het vak dat ik er zelf geen onderdeel van kon zijn. Ik blijf tijdens zo’n project een buitenstaander omdat ik mij professioneel afsluit om er iets goeds van te kunnen maken.”