Wat ons verbindt 

interview met Bob Dippel, door Diana Vernooij

pastedGraphic.png

De afgelopen jaren kreeg het bestuur van Zen Peacemakers Lage Landen een eindejaarsbrief van Bob Dippel. In die brief vertelt hij over welke maatschappelijke zaken hem bezig houden.
Bob Dippel is 83 jaar en woont in Heemstede. Hij heeft in de marketing gewerkt, voor frisdranken en verzekeringen. Later was hij bestuurder bij een verzekeringsbedrijf, bij verpleeghuizen en andere instellingen. Diana Vernooij interviewt hem.

“Sinds de Brexit zit ik met een vraag in mijn hoofd. Je ziet overal breuklijnen ontstaan, ook in Europa en op wereldniveau. Iedereen lijkt voor zichzelf te gaan. De vraag is: “Wat verbindt ons?”
                                                                                                                      Uit de brief van Bob Dippel

gezamenlijk
“Via een prachtige cursus van Irène Bakker over Leven met Sterven leerde ik de Zen Peacemakers Lage Landen kennen. Geloven en religies vind ik interessant. Tegelijk wil ik eigenlijk nergens meer bij aangesloten zijn, los van dogma’s, wetten en geboden. Hiërarchie verpest het altijd. Wat symbolisch is wordt letterlijk genomen, verhalen worden tot historie gemaakt en zo worden betekenissen absoluut gemaakt en er wordt een hiërarchie overheen gegooid.
Ik heb alle boeken van Bernie Glassman gelezen. Ik heb nog een of twee cursussen bij de Zen Peacemakers gevolgd en ik ben twee keer naar een beleidsdag van de Zen Peacemakers geweest – omdat ik graag ergens aan wilde deelnemen.
Ik was op zoek naar groep mensen om iets gezamenlijks mee te doen. In de Zen Peacemakers werd ik teleurgesteld omdat ik geen pogingen zag om tot een echte organisatie te komen met , een gemeenschappelijke activiteit. Ik kwam een groep mensen tegen die los bij elkaar waren.
Elke organisatie die wat wil moet een basis hebben, moet een lijn bepalen en geld verzamelen om te investeren in de lijn die je uitzet. Bernie haalde voortdurend geld op. Om met een straatretraite mee te mogen doen moest je een paar duizend dollar ophalen. Zelf je hand ophouden voor een groot bedrag is belangrijk om te snappen wat vluchtelingen meemaken. Waarom doen we dat hier niet? Geld verzamelen is nodig om plannen te kunnen uitvoeren. Ik kreeg het idee dat de Zen Peacemakers gezamenlijk los zand is.” 

indenken
“Ik zou graag uitwisselgroepen zien over vluchtelingen en de klimaatcrisis, over wat we nodig hebben om samen te kunnen leven. Het gaat om bewustwording op kleinere schaal, als olievlekken. Ik zou het interessant vinden om als Zen Peacemakers meer begrip te ontwikkelen voor wat andere mensen meemaken. We zouden de kennis in de groep kunnen gebruiken om misverstanden uit de weg te ruimen.
Sommige mensen hebben het beeld dat vluchtelingen rijk zijn, omdat ze allemaal een telefoon hebben. Maar dat is hun lifeline, hun opslagboek, hun hele leven zit daarin. Niemand beseft wat een vluchteling meemaakt. Door de klimaatcrisis zouden we allemaal zonder huis kunnen komen te zitten, vluchteling worden. Hier in Haarlem kregen vrijwilligers in Stem in de stad een training: “Je bent vluchteling, wat zou je doen?”. Uiteindelijk kwamen die vrijwilligers door de keuzen die ze maakten in een bootje terecht. Dan kun je je een klein beetje indenken in wat voor rare situaties een mens terecht kan komen. Dat besef overbrengen, dat vind ik nuttig.
In een bijeenkomst over vluchtelingen moet je niet discussiëren, want dat is niet effectief. Maar ik heb wel vragen. Zo’n councilgroep, die Zen Peacemakers Lage Landen houdt, vind ik te weinig. Ik leer er niks van, een councilgroep lijkt niet bedoeld om uit te wisselen en verder te komen. De bedoeling is dat mensen vertellen wat ze meemaken, maar ik zag dat er maar weinig mensen waren die echt iets hadden meegemaakt.” 

pastedGraphic_1.png
Foto Klimaatmars 2019, Ellen Ji An Neve

boterham met tevredenheid
“Van mijn moeder moesten we, vlak na de oorlog, altijd beginnen met een boterham met tevredenheid. Dat betekende een boterham met alleen boter erop, daarna pas een boterham met beleg. Nog steeds ben ik gek op een boterham met tevredenheid, maar nu wel liefst met dikke zoute roomboter. Het lijkt dus mooi, maar ik heb de kern van de boodschap van mijn moeder niet echt begrepen.”
                             Uit de brief van Bob Dippel

“Het kwartje is bij mij gevallen, maar veel te laat. 50 jaar geleden al was door de Club van Rome de klimaatcrisis bekend. Ik heb daar wat laten liggen, mijn uitvlucht was: “Ze vinden er wel wat op”. Jaren heb ik gedacht: “Het is allemaal zo ver weg wat kan ik daar nu aan bijdragen?”. Nu is de smoes: “Het valt wel mee” of zelfs: “Het is niet waar”. Het is niet zo dat ik denk dat ik het allemaal weet en dat anderen achter lopen. Nee, ik heb lang beseft hoe het in elkaar zit en tegelijk heb ik het laten lopen. Ik heb er niks mee gedaan in mijn leven. Waar ik nu mee bezig ben is eenvoud. Ik koop minder en hecht me minder aan de dingen. Boeken, die koop ik nog wel maar ik geef ook veel weg. Dat lukt aardig goed.
Wat ik kan doen is dicht bij huis: eten met de seizoenen mee, bewuster dingen kopen en vooral heel veel niet kopen. Ik koop geen vlees meer; ik eet nog wel vlees als een ander het me voorschotelt. Ik vlieg niet meer. Ik vind luchtvaart een vreselijke ontwikkeling doormaken, er staat een verdubbeling de komende 15 jaar op poten. Het is jammer dat het normaal is dat mensen 3 of 4 keer per jaar even ergens heen vliegen voor een vakantie.
Mijn verbinding met de toekomst is: zelf verantwoordelijkheid nemen. Wat voor mijn voeten komt probeer ik te doen.” 

stadsverlichting
“Wat mij benauwt is op wereldniveau: de klimaatcrisis, waarvoor De Club van Rome in 1968 al begon te waarschuwen. Ik was daar een aanhanger van maar ik heb mij sluipenderwijs toch laten inpalmen door het idee dat het wel meeviel, dat er grondstoffen genoeg waren. “De techniek vindt er wel wat op” suste ons in slaap. De techniek is ongekend vindingrijk, maar wij laten ons tegen beter weten in maar al te graag verleiden tot meer en nog meer. We zijn onverzadigbaar: tevredenheid is een schaars artikel. Onze liefde voor Materie, Macht en Aanzien heeft ons te pakken en nu zitten we met zijn allen opgescheept met de gevolgen van de opwarming van onze aarde.”
                                                                                                                        Uit de brief van Bob Dippel

“Aandacht voor een ander is verrijkend voor onszelf. Niemand weet wat je echt meemaakt of beleeft. De meeste mensen vragen niet echt door hoe het met de ander gaat. Ik wilde me kwetsbaar opstellen. Ik schrijf nu al 6 jaar die brieven met nieuwjaar. Ik heb iedereen die ik kende gemaild. Ik maak me geen zorgen over wat anderen er mee doen. Ik krijg veel reacties op die brieven, met name van mensen van wie ik het niet verwacht. Mensen van wie je het verwacht sturen een kaartje met “Gelukkig nieuwjaar”.

Als je voor het eerst een vogel ziet, dan kijk je er intens naar. Je ziet een grote vogel, zwarte kop en witte buik met een grote snavel – en je moeder zegt: “Dat is een ekster”. Daarna zie je hem weer en herken je hem: “Oh een ekster”, en je kijkt niet meer. Het waarnemen houdt op.
Je kunt na jaren beseffen dat je vrienden je vreemd zijn, dat het een vriendschap is geworden van vreemden onder elkaar, omdat je je niet meer uitspreekt over wat er echt in je omgaat. Mijn overleden vrouw kwam altijd met een bijzonder verhaal thuis als ze met de bus op stap ging. Ze praatte met mensen en ze vroeg door.  

pastedGraphic_2.png

Sinds 3 jaar doe ik mee aan Stadsverlichting. Ik organiseer een van de duizend stilte-avonden, hier bij mij thuis. Dat is maandelijks; iedere 2e zondag van de maand komen er zo’n 10, 12 mensen over de vloer. We brengen een uur in stilte door, drinken daarna thee samen en praten over wat ons bezig houdt. Soms zijn dat intensieve gesprekken, dan weer minder intensief.
Als je echt luistert, worden er dingen verteld, die niet snel verteld zou worden. Mensen laten dan het achterste van de tong zien en vertellen over hun gevoelens. Na stilte is er een zekere sereniteit die niet meteen discussies van maatschappelijke onderwerpen oproepen.” 

richting kiezen
“Ik zou meer begrip voor de essentie willen ontwikkelen rond de klimaatcrisis: ook in de armere landen willen mensen een telefoon of elektrisch licht in hun huizen. Als daar dan kolencentrales voor worden geopend, dan worden we hier cynisch. Wij vinden het niet nodig, omdat wij het al hebben. In onze landen zouden moeten afschalen terwijl we begrip zouden moeten hebben dat andere landen nog opschalen in CO2-uitstoot. Dat arme landen nog opschalen, wordt dan door de rijke landen gebruikt als een cynisch argument dat het “toch geen zin heeft”.
Wij hebben teveel korte termijn meningen in de politiek, het is niet duidelijk welke richting we op zouden moeten gaan om samen te overleven. Er zijn wel 100 methodes om ergens te komen, maar je moet wel een richting kiezen. Dat kunnen we niet anders doen dan samen. Gespreksgroepen zijn essentieel, want wij denken in het Westen sterk  individueel, terwijl  het bij de klimaatcrises gaat over ons als collectiviteit, om als mensen samen te overleven en te leven. Vandaar de vraag: “Wat verbindt ons?”