In de soeploop
Impressies van Harriet Marseille
Een middag wandelen in het teken van stilte, te midden van de drukte van de grote stad. In het teken van dakloosheid, zonder een dakloze te zien.
Het eerste deel van de wandeling lopen we in stilte en kijken we naar wat stilte met ons doet. De stilte komt in al haar kleurenrijkdom bij me binnen, via de aanwezigheid die spreekt uit alles wat zich aandient. Niet alleen de aanwezigheid van gras, water, vogels en stoeptegels verbindt me met stilte; vreemd genoeg ook de aanwezigheid van het voortrazende verkeer, van pratende, lachende en gehaaste mensen en van het ritmische geluid van rammelende sleutels in een broekzak. Het enige dat de stilte in mij verstoort, zijn mijn gedachten, mijn oordelen, mijn gedagdroom.
Het tweede deel van de wandeling brengen we onze aandacht naar het thema dakloosheid. Het roept angst in me op. Angst om mijn leven niet in de hand te hebben. Om het te koud of te warm te hebben, nat te worden, niet veilig te zijn, dorst te hebben, niet te kunnen slapen, ziek te worden. En om geen plek te hebben waar ik thuis ben, veilig ben, anders dan in mezelf.
Even voorbij het eindpunt van de wandeling, waar we net gehuldigd zijn vanwege het prachtige bedrag dat we met zes peacemakers hebben ingezameld, delen we onze ervaringen in een luistercirkel op het gras. Het vlammetje waait steeds uit. Door het drukke verkeer en het geluid van de wind zijn de stemmen moeilijk te verstaan. Maar dat doet niets af aan het gevoel van intimiteit en saamhorigheid. Verbonden door de stilte in de woorden die we spreken.