Auschwitz-Birkenau Bearing Witness retraite
– door Manu Grisar-
Heel vroeg in de ochtend dragen de sparren het nachtelijke zilverwit op hun takken. Zichtbaar door optrekkende flarden sluiers. Nog voor zes uur verlaten mensen hun bedden, ten laatste kwart na zes word ik wakker door de trilwekker, als ik hem nog niet vroeger heb afgezet.
Aangekleed en wel zoek ik mijn weg door het labyrint van het gebouw. Kom wat koffie en thee tankstationnetjes tegen en om 7u zit iedereen in de ‘council circles’, de luistercirkels.
Anderhalf uur luisteren met je hart en spreken vanuit je hart. Met duidelijke afspraken en spelregels. In alle veiligheid.
De tranen branden achter mijn ogen bij momenten, afwisselend met hartverwarmende liefdevolle golven.
Iedereen is heel attent en mijn extra microfoon volgt de sprekers. Maar ik moet toch een hele inspanning leveren om lippen en lichaamstaal te lezen.
Een wonderlijk, kleurrijk, verrassend, stil gesprek.
En zo’n mooie oefening !
Na het ontbijt vertrekt iedereen naar Auschwitz-Birkenau.
Rustig, in de kou, en een herfstzonnetje dat door de mist opkomt, laat ik de grond, het terrein en de omgeving tot mij spreken.
In stilte, na het klinken van de ramshoorn, zitten zo’n 140 mensen, 20 nationaliteiten, elk volgens zijn/haar traditie, getuige te zijn.
Auschwitz-Birkenau is de leraar.
Ik volg mijn adem, voel de dag door de zon om mij heen draaien
En laat de omgeving spreken.
Zittend op de plek waar honderdduizenden na een erbarmelijke reis soms nog wat hoopvol uitstapten. Tot de kille walgelijke realiteit zijn gezicht liet zien.
Ik zit, ademend door tranen en droeve golven van diep ik in buik.
Ik had rustig een vakantie kunnen hebben maar ik koos om niet te weten, getuige te zijn en te kijken welke actie daaruit volgt.
We zijn geen bezoekers of toeristen, we leven een week in Birkenau. We luisteren een week naar wat de stilte ons vertelt, lezen de lucht, voelen de grond, en zien de wolkjes soms uit onze monden komen en iets in elkanders ogen blinken.
Terwijl de dag vordert draait de zon om ons heen. In stilte schildert ze lange schaduwen om ons heen.
Tweemaal per dag worden de namen van de mensen die deze plek nooit verlieten luidop uitgesproken en met eerbied behandeld.
Tijdens de straatretraite in Keulen zagen we op de straatstenen koperen plaatjes aangeven waar de ooit gedeporteerde mensen hun thuis hadden. Hier stond hun huis, hier woonden ze.
En waar ik nu buiten op mijn kussen zit, was het einde van hun rit.
We zijn verbonden, door oneindig vele draden, ook al dachten en denken sommigen van niet.
Het is de liefde die hier zit, die fluistert tussen de berkenbomen, die de prikkeldraad voorzichtig aanraakt en ver wandelt tussen de ruïnes.
Die gebeden prevelt en met open, liefdevolle geest kijkt naar wat is.
Het is de liefde die doorschuift naar het einde van de gaskamer en bij het doven van het licht de adem inhoudt.
De retraite begint natuurlijk al veel vroeger. Je bereidt je voor, leest wat, en als zen peacemaker lijkt het wel een hoogtepunt in de beoefening.
Bijna iedereen die de retraite meedeed was minstens al enkele dagen vroeger ter plaatse.
In de aanloop van de retraite troffen we elkaar in Krakow.
Wat bekende hartverwarmende gezichten, en onbekenden -toch voor even-want het werden snel mensen waar je een band mee had.
Mijn eerste avondmaaltijd was in een pizzeria met deelnemers uit de VS, drie Lakota indianen, een Aboriginal, en nog enkelen die ik vergeet… het was zo lawaaierig dat ik met liplezen verder kwam dan de ‘horenden’. Maar fijn om te zien dat je na enkele seconden opgenomen werd in een ‘vreemde’ groep.
En dan begon de eerste dag van de retraite, vroeg in de ochtend.
Ook weken later blijk ik niet de enige die het een ‘lifechanging experience’ vindt.
Hierboven las je al hoe de dagen verliepen.
Hoe vermoeid je ook was, in de late avonduren wordt er slaaptijd opgeofferd om elkaar te leren kennen.
Ik ontmoette prachtige mensen en had na de naam&land-vraag fijne, diepe gesprekken.
Dat was steeds zo: op korte tijd was het gesprek op een niveau van hartsvrienden en werd er open en kwetsbaar gesproken.
Er werd niet gevlucht naar internet maar tijd gemaakt voor praten en ontmoeten.
Tot je ogen een signaal geven dat het tijd is om te gaan slapen.
Ik ben één avond als eerste van de kamer gaan slapen, maar de vele indrukken, het onverhaalbare, het prachtige en wrede hielden mij in die mate wakker dat mijn vijf kamergenoten uiteindelijk voor mij in dromenland waren, terwijl ze laat opbleven.
Het was een hele warme groep terwijl we buiten zittend, vele laagjes kledij over elkaar droegen.
Ik was er zelfs in geslaagd om de warmste kledij die ik thuis had klaargelegd niet in de koffer mee te nemen. Maar ik had het warm genoeg!
Doorheen de week leerde ik het terrein ook beter kennen, en hoe ongelofelijk uitgestrekt het wel is. Verschillende plekken werden bezocht en we verstilden bij de uitleg ervan. We gingen een stuk stil de weg waar zo velen zijn heengegaan. Baden en voerden rituelen uit in verschillende talen en volgens verschillende overtuigingen.
Het was een erg indrukwekkende week.
Ik ben nog steeds niet helemaal thuisgekomen en lees op internet dat vele mede retraitanten hetzelfde gevoel hebben.
Een wereldwijde verbondenheid, we deelden iets ondeelbaars, moeilijk in woorden te gieten, gemakkelijker in een blik, in een traan te gieten, of te schenken in een lach. Ik doe een poging, maar voel mij tekortschieten.
Keer naar de adem, voel je hart, laat de grond, de omgeving, de ogen van de mensen om je heen, spreken…. En luister, met je hart. Geen hoortoestellen nodig…