Verslag Alle kinderen ze zijn weg

“Alle kinderen, ze zijn weg”

– door Melanie Rademaekers

Dit is de titel van een tijdelijke tentoonstelling in het Verzetsmuseum te Amsterdam. De tentoonstelling gaat over de 2 kindertransporten die hebben plaats gevonden op 6 en 7 juni 1943. In totaal zijn er 1300 Joodse kinderen van kamp Vught naar vernietigingskamp Sobibor getransporteerd. Alle kinderen zijn in Sobibor vermoord. Zaterdag 9 augustus jl. is in het verzetsmuseum een bijeenkomst van de Zen Peacemakers georganiseerd rondom deze tentoonstelling. De organisatie was in handen van Patrick en Annie. In totaal namen zes mensen deel aan de bijeenkomst in het museum.

Mijn hart huilt, nu ik dit schrijf. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat er mensen zijn geweest die georganiseerd hebben dat er zoveel kinderen van 0 tot 16 jaar zijn weggevoerd om vermoord te worden? Ik kan het niet bevatten. En toch is het gebeurd. Het lukt me met moeite om dit onder ogen te zien. Het beleidsstuk of verordening voor het transport van de kinderen was te lezen op de tentoonstelling. Ik kon lezen, en zien, dat dit stuk zeer zorgvuldig bedacht en geformuleerd is. En ook zeer zorgvuldig uitgetypt, door mensenhanden. Dezelfde handen die ik ook heb.

Een vriendin was bij mij op bezoek. Zij zei het letterlijk tegen me: “Wij hebben alles in ons…..”. Met “alles” bedoelde ze slachtoffer en dader. Elk mens heeft beide in zich. Ik ook. En jij ook.

En toch kan ik dit, en wil ik dit, ook niet bevatten, merk ik. Ik identificeer me met slachtoffers en niet met daders van gruwelijkheden. Zoals de daders van de kindertransporten van Vught naar Sobibor. En dan kom ik op een voor mij een moeilijk punt in mijn Zen-beoefening. Want ook ik heb “een dader” in mij. Ook een slachtoffer, met “haar” ben ik lang bezig geweest. Ik “ken” haar nu wel. Hoe zit het met de dader? De dader in mij? Wil ik haar zien?

We hebben samen ook namen van vermoorde kinderen hardop gelezen. Dit vond ik zeer moeilijk om te doen. Ik moest huilen vanwege het intense verdriet dat ik voelde opwellen in mijn borst. De emotie maakte het hardop lezen moeilijk en dat wilde ik ook weer niet want ik wilde ook graag de namen hardop zeggen. Dat, om te erkennen wat is. En onder ogen te komen en te zien dat veel kinderen slachtoffer zijn van barbaarse oorlogen. Zoals in 1940-1945. En in het “nu” in de Gaza en Syrië. Ik denk ook aan de kinderen die zijn omgekomen omdat zij in een vliegtuig zaten dat uit de lucht is geschoten. Het vloog over een oorlogsgebied. Het vliegtuig had een nummer: MH17.