Wat betekent dit voor mij vanuit mijn Boeddhistische praktijk?
De verkiezingen in de VS
Wat ik niet voor mogelijk had gehouden werd werkelijkheid. Donald Trump is nu President van Amerika. Aanvankelijk dacht ik: ‘Laat ik eens kijken wat er gebeurt en laat ik deze man een kans geven.’
Toen hij zijn beëdigingsspeech uitsprak schrok ik toch wel erg. Zijn houding en zijn teksten heb ik als zeer beledigend ervaren. Ik werd er bang en kwaad van. Ik merkte ook dat er nogal wat oordelen bij me langskwamen. Nu ik ze durf op te schrijven was het iets in de trant van: ‘Wat een lul zeg! Hoe verzint hij het?’ Of: ‘Is hij nou helemaal gek geworden!’
Dit staat wel in schril contrast met de drie leefregels:
- Niet weten, een onbevooroordeelde en open houding,
- Erkennen wat is, met je hele wezen de situatie dragen,
- Vandaaruit sociale actie laten ontstaan.
De eerste opdracht was dus om met mijn eigen oordelen te zitten. Bevrijdend om het er te durven laten zijn. Zonder actief iets te doen ontstond mildheid naar mezelf.
Terug naar de President, niet de persoon afkeuren, wel opstaan tegen het onrecht dat hij verkondigt. Ik ervaar het als een opgave om daar steeds zuiver in te zijn (dit lukt niet altijd, maar ik kan daar om lachen).
Gaandeweg dringt er tot mij door dat deze crisis uitnodigt om er kansen in te zien. Dit speelt namelijk niet alleen in de Verenigde Staten, ook in Europa is het aan de orde. Het vraagt niet alleen een tegengeluid maar ook… geen idee? Een andere manier of nieuwe manier om de leefwereld vorm te geven. De oude voldoet niet. Enkel de poppetjes of spelers veranderen is niet voldoende. Mijn wens is om hier met anderen over uit te wisselen en dit mee te nemen in de meditatie.
Mijn contacten met vluchtelingen
Veel van de vluchtelingen die ik ken hebben intussen een woning. In de noodopvang Crailo waren de mensen tamelijk verbonden met elkaar. Het voordeel van deze opvang was de kleinschaligheid ervan. Geen COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) die de scepter zwaaide maar het Leger des Heils en vele vrijwilligers. Deze contacten bestaan voor een deel nog steeds. De mensen helpen elkaar met klussen in het huis en de vrijwilligers helpen met het vervoer van de spullen. Allerlei aankopen gebeuren via marktplaats, spullenhulp en niet te vergeten onze eigen ‘Elk Gooisch Matras komt van pas’.
Zo rijd ook ik regelmatig met een aanhangwagentje door de buurt. Wat mij opvalt nu de mensen meer zekerheid en een eigen plek hebben, is dat ze zichzelf meer toestaan te vertellen hoe ze hun land en hun dierbaren missen. Ze hebben zolang in de overleefmodus moeten staan dat daar nu pas ruimte voor komt. Mijn respect voor hun is groot.
Ik was zopas in AZC (Asielzoekerscentrum) Leersum bij een jong Syrisch echtpaar met een kindje van drie maanden. Vorige week hebben ze hun status gekregen. Nu wachten ze af aan welke gemeente ze worden gekoppeld voor een woning. Een COA-brief meldt dat ze twee weken de tijd krijgen na toewijzing van de woning, om het AZC te verlaten. Daar sta je dan! Het gaat meestal om een uitgewoonde woning en ze beschikken maar over een klein budget en hebben geen eigen vervoer. Hoe, in mijn ogen, kortzichtig kunnen COA-regels zijn?
Wel ook mooi nieuws, vorig voorjaar is de eerste Crailo-baby geboren. Hij had een ongeneselijke ziekte en overleed kort na de geboorte. De ouders wonen intussen in Hilversum en ze verwachten in de loop van de zomer weer een baby. Wat zijn ze blij!
Het laagdrempelige project Gast aan tafel (zie onze website), het begin is er. Het vraagt nog wel wat meer investering en overleg met Vluchtelingenwerk Midden Nederland. Het heeft mijn tijd en aandacht.
Naderend afscheid van een vriend
En dan is er nog het naderend afscheid van een zieke vriend. Ik ben veel bij hem, dat is fijn. Veel mede-overleg gevoerd, samen met hem en zijn vrouw en met artsen toen het nog over wel/niet behandelen ging. Het was vanaf het begin duidelijk dat beter worden er niet meer inzat. Tijdens die fase kon ik beslist niet met hem delen hoezeer ik hem zou gaan missen. Ik vond het een eenzame en verdrietige fase. Op dit moment is het rustiger in mezelf. Hij is in een hospice en ik deel hele dierbare momenten met hem. We praten niet over afscheid. Hij heeft een omslag kunnen maken naar het kunnen benoemen van zijn onomkeerbare ziekte. Hij heeft zijn focus meer op wat hij kan dan op wat hij niet kan. Ontroerend om te zien hoe hij door de dood toe te laten, weer kan leven. Ik ben hem dankbaar hier zo dichtbij te mogen zijn.