op straat in Denver,
door Petra Hubbeling
30 augustus ‘s morgens vroeg vertrekken Joshin (vice abt van Upaya Zen Center) en ik van Santa Fé naar Denver. We maken ons op voor een straatretraite in Denver Colorado. Denver is één van de steden in de VS waar slapen op straat verboden is. Het is dus best wel spannend om dit te doen, niet wetend wat er gaat gebeuren als we aangehouden worden. Ik ben op een toeristenvisum in de VS, wat betekent dat als ik aangehouden word, het moeilijk is om opnieuw de VS binnen te komen. Toch besluit ik om mee te gaan. Voor ons beide is het de eerste keer dat we een straatretraite in Denver doen. Joshin kent Denver een beetje omdat hij er in het verleden in een Dominicaans klooster gezeten heeft. We parkeren de auto bij het Dominicaanse klooster en lopen de stad in te gaan. We willen de stad een beetje verkennen voordat de groep de volgende dag arriveert.
geen angst
Amerikaanse steden zijn ‘s nacht niet echt veilig. Bij een eerdere straatretraite in Santa Fe waren we ‘s nachts getuige van een drugsdeal die met een hoop agressie gepaard ging. Bij een andere straatretraite in Albuquerque vond een blok verder een schietpartij plaats. Toch voel ik mij niet bang, er is een gezonde spanning die altijd gepaard gaat bij een straatretraite, maar geen angst.
Het is tegen vijven en we hebben ondertussen best trek gekregen. We gaan op zoek naar een plaats waar we een maaltijd kunnen krijgen. Een groepje dakloze jongeren wijzen ons de richting van de Denver Rescue Mission (Jesus saves). Het is zo’n 25 minuten lopen. We lopen in de aangegeven richting maar al gauw zijn we het spoor bijster. Een straatkrantverkoper geeft ons een straatkrant waarin we een mooi overzicht vinden van de plaatsen waar maaltijden geserveerd worden. Het blijkt al gauw dat maaltijden niet echt een probleem zijn in Denver. Je moet er alleen wel iedere keer een eind voor lopen.
Aangekomen bij de Rescue Mission hebben we een pasje nodig om naar binnen te mogen. In de rij om te registreren dus. De meneer van de registratie blijkt niet heel handig te zijn met de computer en Nederland komt niet voor in het rijtje van landen waar de daklozen vandaan kunnen komen. “Maak er maar Canada van” zeg ik om toch aan het benodigde pasje te komen. Na 30 minuten staan we binnen om te horen dat het eten op is. Ruim honderd daklozen vertrekken weer zonder maaltijd. Helaas is er geen andere gelegenheid in de buurt waar we eten kunnen krijgen. Denver downtown is een zakencentrum en heeft dus bijna geen restaurants waar we kunnen bedelen. Gelukkig heb ik nog een banaan in mijn rugzak en krijg ik in ieder geval iets in mijn maag.
De bezoekers van de Rescue Mission zijn voornamelijk twintigers en dertigers of ouder. Een paar kleine kinderen zijn met hun moeder in de Mission, maar verder geen jeugd en dat verbaast me want Colorado kent zo’n 25.000 dakloze jongeren (zie grafiek).
Het gros van de bezoekers is verslaafd aan alcohol of drugs, heeft een psychische aandoening of trauma. Onder de daklozen zijn er veel veteranen die in een van de Amerikaanse oorlogen hebben gevochten. Tot mijn grote verbazing mag er in de Mission gerookt en geblowd worden, ook de crackpijp gaat in verschillende groepjes rond. Ik ben nog niet eerder in een daklozencentrum geweest waar gebruik is toegestaan. Het maakt de sfeer agressiever dan de andere centra die ik ken.
in het licht van de lantaarnpalen
We lopen weer terug de stad in op zoek naar een slaapplaats. Rond de Mission liggen veel daklozen tegen de gebouwen aan. Het voelt voor ons niet erg prettig om daar tussen te gaan liggen ook omdat er regelmatig politie langs de gebouwen rijdt. We lopen verder en komen uit bij de kerk van Saint Andrews. Het blijkt dat deze kerk haar tuin open heeft gesteld voor daklozen. Als wij aankomen liggen er al zo’n acht mensen te slapen. We sluiten ons bij hen aan, rollen onze dekens uit en maken ons op voor een nacht in het licht van de lantaarnpalen, naast een parkeerplaats en langs een weg. Maar ondanks dat heb ik toch een behoorlijk goede nacht gehad.
De volgende ochtend gaan we terug naar de Mission om daar een ontbijt te nuttigen. Vanaf half 6 wordt het ontbijt geserveerd. Daklozen zijn meestal vroeg wakker omdat ze weggestuurd worden of omdat het te lawaaiig wordt. Het ontbijt is op zich wel goed maar het zit (net als iedere andere maaltijd) vol met suikers. Gezonde maaltijden zijn er niet echt bij. Ik vermoed dat de meeste daklozen zo verslaafd zijn aan suiker, dat zij het een lekkere maaltijd vinden.
Ik zit aan tafel met een man en een vrouw. De vrouw is zwaar gehandicapt, kan niet praten en kan niet zelfstandig eten. Ik raak helemaal ontroerd van de zorg en de liefde die de man haar schenkt terwijl hij haar eten geeft. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat wij het in Nederland zover laten komen dat iemand die zo gehandicapt is op straat moet leven. Maar de zorg die de mensen op de straat voor elkaar hebben is onvoorstelbaar. Daar kunnen de Amerikaanse politici wat van leren.
mens zijn en geen dier
Na het ontbijt verkennen we de stad een beetje zodat we straks met de groep weten waar we naar toe kunnen gaan.
Om 14.00 uur treffen wij de andere deelnemers in Union Station. We maken kennis door middel van een councilcirkel en vertrekken daarna richting de mission omdat voor elf mensen een pasje laten maken nogal wat tijd zal vergen. Als iedereen een pasje heeft kunnen we ons aansluiten in de rij voor de maaltijd. Dit keer is er voldoende eten en iedereen krijgt een maaltijd. Tijdens de maaltijd heb ik mooie gesprekken met de bezoekers. We besluiten weer naar de tuin van Saint Andrews te gaan. En omdat dit als een veilige en fijne plek voelt hebben we daar iedere nacht geslapen.
De laatste nacht ligt er al een groep te slapen toen wij aankwamen. We hebben een mooi gesprek met de mensen en vlak voordat ik ging slapen hoor ik een van de vrouwen zeggen: “Ik heb me nog nooit zo thuis gevoeld als nu”. En daar doe ik het toch voor. De mensen het gevoel geven dat ze er toe doen, dat ze mens zijn en geen dier (zoals ze dat vaak zelf ervaren).
Gedurende deze straatretraite heb ik weer ervaren hoe mensen tegen daklozen aankijken. Ze vermijden oogcontact. Zelfs als er geld gegeven wordt vinden mensen het moeilijk om de dakloze aan te kijken. Je wordt weggestuurd als je wilt schuilen voor de regen onder een afdak. Kinderen daarentegen zijn heel spontaan en maken een praatje met je.
En ook in Denver kreeg ik positieve reacties van de daklozen. Het feit dat ze gezien worden als mens, maar ook het feit dat wij (ook al is het maar voor een paar dagen) ons onder hen begeven waarderen zij zeer. Het was een hele bijzondere ervaring die mij opnieuw weer meer nederig maakt.