In de voetsporen van mijn toegewijde tante de missie in Tanzania als voorbereiding voor mijn jukai – Diana Vernooij.
Diana Vernooij is redacteur van de Nieuwsbrief Zen Peacemakers Lage Landen. Zij is na een zwerftocht langs zen en vipassana sinds een aantal jaren betrokken bij de Zen Peacemakers. Afgelopen maart ontving ze de Zen Peacemakersgeloften van Frank De Waele roshi.
In februari maakte ik in Tanzania een tocht langs de voetsporen van mijn tante Jeanne, missionaris bij de Witte Zusters. Voor de voorbereiding van mijn Zenpeacemakersjukai vroeg Frank De Waele roshi mij om mijn familielijn te onderzoeken. Daardoor besefte ik dat er met 4 tantes in actieve vrouwencongregaties heel wat meer maatschappelijke en spirituele betrokkenheid in mijn familie zat, waar ik me lang niet van bewust ben geweest. Ik heb alleen de vrome kant gezien van mijn tantes, niet hun maatschappelijke betrokkenheid.
godgewaagd Mijn tante Jeanne werkte als missionaris tussen 1951 en 1979 op 5 verschillende missieposten: in scholen, ziekenhuizen en als overste. Ik ben naar mijn tante vernoemd (we heten beiden Adriana) en als kind was mijn tante Jeanne mijn grote heldin. Ik ging naar Tanzania omdat ik de erfenis, de materiële en de spirituele erfenis, míjn erfenis zocht. Wat hebben de Witte Zusters gebracht, wat hebben ze bewerkstelligd en wat vind ik nu het meest inspirerend aan hun combi van spiritualiteit en werk?
Voor ik ging heb ik boeken gelezen en zusters, oud-missionarissen in Nederland gesproken. Ook zocht ik contact met de huidige zusters in Afrika, met het archief in Rome en met mensen die stichtingen hadden opgericht om de projecten van de zusters financieel te steunen. Mijn vriendin, die ik meevroeg en ik waren welkom bij de Afrikaanse zusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika (Witte Zusters in de volksmond).
oudere dames Het was een prachtig avontuur, die reis van 2, bijna 3 weken langs de missieposten waar mijn tante gewerkt had. Samen met zr. Angela reisden we naar Bukumbi en Sumve en we verbleven op het eiland Ukerewe. We bezochten er ziekenhuizen en scholen en werden door de plaatselijke zusters genodigd in hun huis. Ik sprak er met oudere dames die van mijn tante les hadden gehad en met mijn tante gewerkt hadden. Ik zag er de verruïneerde gebouwen en de gebouwen die uitgebouwd waren, de resultaten van hun werk, en de Afrikaanse vrouwencongregaties die het werk in scholen en ziekenhuizen voortzetten.
Van Mwanza gingen we met een lange busrit naar Tabora, om in Kipalapala te verblijven bij de Mabinti sisters, een van de door de Witte Zusters opgerichte Afrikaanse congregaties die op verschillende plekken ziekenhuizen en scholen overgenomen hebben. En we eindigden in Dar es Salaam, bij het ziekenhuis van de Mabintisisters.
luisterend oor Van mijn tante Jeanne heb ik weinig verhalen kunnen loskrijgen. Ze zei altijd: “Ach, het was allemaal niet zo belangrijk”. Daarom vroeg ik aan iedereen die ik ontmoette hoe zij de missie van de Witte Zusters ervaren hebben en dit is wat ik de Afrikaanse vrouwen ons vertelden:
- Ze leerden onze taal, ze kwamen naar ons toe in onze dorpen en ze luisterden naar ons;
- Ze ontwikkelden scholen, ziekenposten en kraamzorg om ons te helpen en op te leiden;
- Ze waren vriendelijk en geduldig, vertrouwden erop dat wij alles konden leren;
- Ze respecteerden onze waardigheid, zodat wij die voor onszelf konden ontdekken;
- Ze leerden ons praktische wijsheid, scholing gecombineerd met onze eigen ontwikkeling,
- Ze vertrouwden hun levenswerk aan ons toe.
Het waren de paters en de priesters die het gezag vertegenwoordigden, de lijn van boven naar beneden, de geloofsregels en het instituut. De zusters gingen regelmatig om de mannen heen om te doen wat zij dachten dat goed was voor de vrouwen. De paters vonden zoveel zelfstandigheid voor de Afrikaanse vrouwen niet nodig. Een van de zusters vertelde me dat de paters hen hadden gezegd de meisjes maar geen taal en rekenlessen te geven, huishoudles was voldoende. Ze praatten er niet over (“Ach het is allemaal niet zo belangrijk”) maar déden gewoon wat zij belangrijk vonden – ze gaven taal en rekenen want de vrouwen moesten zelfstandig hun gezin kunnen onderhouden.
Ik was ontroerd te horen dat mijn tante, net als haar medezusters, herinnerd werd om haar luisterend oor, haar aandacht voor de vrouwen, haar vriendelijkheid en geduld. Nu zou je dat ‘empowerment van vrouwen’ noemen. Ik ontdekte dat de allereerste vrouwelijke politici, zoals Gertrude Mongella, parlementslid, minister en werkzaam bij de Verenigde Naties, in Tanzania op school gezeten hadden bij de Witte Zusters. Net als Maria Nyerere de vrouw van Julius, volgde ze de school op Ukerewe, waar mijn tante haar missiecarrière begon als lerares. Voor deze invloed van de zusters is helaas helemaal geen aandacht. De strategie van de zusters: niet over praten maar gewoon wel doen, leidde er toe dat er amper iets in de geschiedenisboekjes is terecht gekomen. De vrouwen hebben veel gedaan en weinig is vermeld om te mannen niet te bruuskeren.
jukai Toen ik ging was ik me bewust van mijn 3 ZP-intenties: niet-weten, mijn oordelen en verwachtingen opzij zetten; erkennen wat er is, en dan pas iets doen vanuit wat ik zou tegenkomen. Doodeng vond ik, dagenlang had ik last van hartkloppingen tot ik eenmaal in Afrika was.
ik ging dus op pad met alles wat ik had, en tegelijk met lege handen en een open hart, me bewust dat ik mijn vooroordelen zou tegenkomen, benieuwd naar wat ik zou kunnen ontdekken. Dat was spannend want ik vroeg me af of het niet arrogant was, om als westerling het geld te hebben om een nostalgisch reisje te maken en daar de zusters mee lastig te vallen. Maar ook dat beeld liet ik varen. Ik zag diezelfde intentie van lege handen en open hart terug bij de zusters die ik ontmoette. Ik zag ze ook bij de Afrikaanse vrouwen die werkten in de ziekenhuizen en scholen en bij Afrikaanse zusters die blij waren met mijn komst – zich zelfs vereerd voelden door zoveel interesse in hun geschiedenis en activiteiten.
erfenis Wat heb ik met mijn reis langs de voetsporen van mijn tante nu ontdekt voor mijn eigen spiritueel geëngageerde maatschappelijke betrokkenheid?
De zusters leidden een arm leven van hard werken en eindeloze inzet voor het welzijn van vrouwen in Afrika. Ze beoefenden de overgave aan wat zij ‘liefdewerk’ noemden. Zij bouwden op wat vele jaren laten werd beloond doordat de scholen en klinieken genationaliseerd werden en geprofessionaliseerd. De Tanzanianen leiden de organisaties nu.
Maar de tragedie was wel dat de zusters door die nationalisering en professionalisering niet alleen hun werk maar ook hun spirituele overgave kwijtraakten. Natuurlijk vonden individuele zusters nieuwe projecten zoals rond zwerfjongeren in sloppenwijken, of vrouwenhandel, of ondersteuning van aidswezen, maar hun grootschalige gezamenlijke inzet in de missie was overbodig geworden. Met het verdwijnen van hun maatschappelijke inzet leek ook hun overgave aan een dienstbaar leven overbodig geworden en verdween de spirituele diepgang uit de kloosters. Als een soort “spirituele empty nest syndroom”.
Toen besefte ik dat dít mijn erfenis was: hoe de maatschappelijke inzet voor alle levende wezens met een spirituele gepassioneerde overgave door te ontwikkelen. Daar ben ik al mee bezig was, daar had ik met mijn jukai al lang voor gekozen.
Wij beoefenen in onze zenpraktijk en met de Zenpeacemakers de kunst van het onderzoeken van die overgave, onze overgave zélf: onze overgave aan het leven, onze liefde en de passie voor álle levende wezens. Dat is de innerlijke kant, de spirituele ontwikkeling, de mystieke ervaring, die voor de zusters impliciet aanwezig was in hun werk.
Voor de Zenpeacemakersgeloften hoef ik mijn leven niet op te offeren zoals de zusters deden. De overgave aan hard werken voor degenen waar onze compassie naar uit gaat hoeft niet meer 24/7 als vroeger. God, de kerk, de autoriteiten en het samen in kloosterverband leven met de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid als houvast hebben we losgelaten. Onze Zenpeacemakersgeloften zijn onze levensintenties, die we met liefde vervullen vanuit het openen van ons hart, op iedere plek waar we komen.
Zo gezien heeft mijn zoektocht voor de Zenpeacemakers mij op het spoor van mijn tante Jeanne gezet om te ontdekken dat haar erfenis me allang en zonder dat ik het wist op het spoor van de Zenpeacemakers heeft gezet.