door Joep Everts
De situatie is van een coach en coachee. De laatste heeft een vraag geformuleerd rond werk, relatie of zingeving. We zitten in een ruimte vol muziekinstrumenten. We hebben een bepaalde tijd afgesproken. Dan gaan we het spel in.
Het spel begint in de stilte, de stilte als ultieme vorm van het niet weten. De stilte die alles bevat, alle mogelijkheden. De stilte die soms prettig is, en soms ook ongemakkelijk.
We weten niet wat we gaan spelen, welke instrumenten, welke klanken eruit zullen komen. We weten niet wanneer we gaan spelen, wie gaat spelen. Er is geen partituur. Soms zijn er spelregels nodig om de veiligheid te bieden om het spel aan te gaan of om je te verdiepen in een bepaald aspect of thema. Maar deze spelregels zorgen er niet voor dat je weet wat er gaat klinken, hoe het spel gaat verlopen. Het spel blijft intrinsiek onvoorspelbaar, net zoals het leven.
En wanneer we gaan spelen kan er van alles gebeuren. Er kan harmonie zijn, energie, vreugde, samenspel. Het kan vanzelf ontstaan, het ene volgt als vanzelf uit het andere. Je valt samen met de klank en de ander. Je vergeet jezelf en gaat op in de muziek.
Het kan óók een worsteling zijn. Met het instrument, met jezelf, met de ander. Met gedachten, herinneringen, angsten en verlangens. Met fysiek ongemak, schaamte, onvermogen.
Kunnen we dat allemaal erkennen? Kunnen we dat allemaal in het spel opnemen en ons overgeven aan wat de muziek ons brengt. Kunnen we zonder oordeel, zonder ons te verzetten of te hechten aan het resultaat ons overgeven aan het proces van klanken die ontstaan en vergaan? Simpel waarnemen en erkennen wat er is.
En als het spel klaar is ernaar kijken, terugluisteren. Wat heeft dit spel ons gebracht. Wat heeft het ons geleerd? Hoe voelt ons lichaam nu? Welke emotie is er?
Was er een bepaald moment in het spel dat een kantelpunt was? Wat deden we toen, of misschien: wat deden we toen niet?
Zien we een connectie in een gebied in ons leven waar we dit herkennen? In bepaalde situaties of relaties? Kunnen we deze liefdevolle actie die we in het spel hebben ervaren naar buiten brengen en vertalen naar andere momenten in ons leven?
Epiloog
Het thema spelen (in muzikale maar ook in de zin van een spelende houding) houdt me al lang bezig. Dat heeft geleid tot een essay “De spelende Boeddha” waar ik de relatie tussen spelen en meditatie/verlichting onderzoek. Ik ervaar muziek en spel als een inspirerende vorm van (boeddhistische) beoefening. Muziek is ook oefenen, oefenen op het instrument. En in de muziek van het leven ben je zelf je instrument. Dat vereist aandacht, liefdevolle aandacht, niet om het instrument te drillen maar om het te leren kennen, in alle facetten, om alle mogelijkheden tot expressie en tot wasdom te brengen. Afstemmen.
Oefenen kost soms tijd, volharding. Je spieren zijn onwennig. Je geest is onwennig. Het voelt niet gemakkelijk. Heb je het vertrouwen dat je met het instrument kan leren, ontwikkelen, groeien, door het ongemak, de twijfel, verveling en angst heen?
En naast het oefenen op je eigen instrument oefen je met de ander. Hoe vind je de gezamenlijke trilling, het gezamenlijke ritme, de gezamenlijke structuur. Ook daar is het soms zoeken, proberen, falen, nog beter falen, en doorgaan.
Muziek is nooit af. Telkens weer die drie fases doorgaan. Je overgeven aan het proces van stilte, zoeken, vinden en loslaten. Telkens weer de magie voelen van de ontdekking van ongehoorde klanken, die soms bekend in de oren klinken, maar in essentie altijd weer nieuw zijn.
Levende muziek – voor het slotakkoord zorgt het leven zelf!
Lees hier het essay van Joep Everts over spel en spiritualiteit: https://klanklichaam.nl/nieuws/spel-en-spiritualiteit/
Verder informatie over muzikale training en coaching bij www.klanklichaam.nl
Mooi Joep,
En ik denk met plezier terug aan je klankschalen aan het begin van onze sesshin als overgang naar de stilte.