Een wandelreis door Nederland, door Leonie van der Plas
Leonie van der Plas is Afrikanist, kunstenaar en verhalenverteller, én ze beweegt zich op het vlak van spirituele ecologie. Op 6 juli liep zij haar voordeur uit en begon ‘Grief Walks, Love Songs’. Weer leren luisteren, is ze gaan zien als het voornaamste aspect van haar beoefening.
Ik liep door Nederland en 17 dagen later stond ik weer op mijn eigen stoep. Ik wilde ruimte maken voor verdriet over wat er gebeurt met het leven op aarde, verdriet over hoe wij mensen met de aarde omgaan. Ik weet dat ik niet de enige ben die dit verdriet voelt. Ik hoop dat we er steeds beter in worden dit met elkaar te delen. En niet alleen ons verdriet, ook de liefde die we voelen en de vragen die we hebben. En dat we uit het delen daarvan moois kunnen laten voortkomen.
De route die ik liep, liet ik vooral bepalen door de mensen die mij een slaapplek aanboden (waaronder ook veel mensen die betrokken zijn bij de Zenpeacemakers). Dit betekende dat de trajecten soms lang waren – ongeveer een derde van de dagen liep ik 30 kilometer of meer. Wel wat aan de zware kant – en niet handig als je ruimte wilt maken voor verdriet…
Het is lastig om een kort stuk te schrijven over iets wat groot was – want het was groot. Ik heb veel gezien, er is veel gebeurd. Ik heb besloten om een van de dingen die ik op mijn facebookpagina plaatste toen ik nog onderweg was, te bewerken en te vertalen (mijn pagina kreeg ook volgers uit het buitenland, en daarom schreef ik in het Engels).
Toen het Leonie van der Plas een aantal jaar geleden duidelijk werd dat het verdwijnen van soorten en biotopen onvermijdelijk was geworden, werd haar voornaamste vraag hoe hier mee om te gaan. Als een van de voornaamste oorzaken van de crisis ziet zij onze verstoorde relatie met de natuur en onze verstoorde relatie met elkaar: het is eerder een spirituele crisis dan een technologische. Zaken als kolonialisme, racisme en uitputting van de aarde zijn het gevolg. Leonie gelooft niet dat het nog goed komt, maar ons antwoord hierop kan zijn: het gezonder maken van onze relaties – met onszelf, met de ander, met al het andere leven. Ofwel: weer leren luisteren.
Dag 13
“Meer dan een week geleden schreef ik over de verwarring die ik voelde – over de wandeling, over hoe deze verband houdt met ‘rouw’ – ik vond het moeilijk ruimte te maken daarvoor. Dit was op de vijfde dag. Inmiddels ben ik heel wat stappen verder en al die verwarring, die verdwijnt niet – die hoort er blijkbaar bij.
Je kunt je misschien voorstellen dat ik er een beetje in begin te komen, na dertien dagen. Al dat lopen, de hele dag lang, dag na dag. En ik realiseer me nu: de dingen die voor verwarring zorgen in het leven, doen dat ook gewoon als je lang aan het lopen bent.
Ik ga in de verwarring, en ik ga eruit. Ook de vragen die in me opkomen kunnen aardig verwarrend zijn. En misschien maakt het nog uit of ik mijn verdriet en andere moeilijke gevoelens, durf toe te laten?
Als ik alleen maar over het land loop, mijn stappen zet, voel ik geen verwarring. Wanneer ik schoonheid ontmoet, lijkt alles helder. En je kunt veel schoons tegenkomen wanneer je lang onderweg bent. Maar een groot deel van de dag ben ik met mezelf aan het worstelen. Al dat lopen is zwaar, en vaak vraag ik me af of de afstanden niet te groot zijn voor mijn lichaam.
Ik zie zo veel meer van het land dan ik gewend ben. Soms ben ik onder de indruk van wat ik tegenkom: al het leven. Hoe wij onze sporen nalaten. Hoe onze mentaliteit zichtbaar is in het land. En dan het volgende moment realiseer ik me dat ik, hoe ver ik ook loop, hoe lang ik dit ook blijf doen, er altijd meer verstopt blijft dan dat ik kan zien. Er is zo veel dat verborgen blijft – en dat vind ik dan ook weer indrukwekkend.
Ik ben onder de indruk van al het water overal, Nederland heeft overal water. Ik ben onder de indruk van de vogels die gewoon lijken te weten waar ze naar op weg zijn, van de zee aan bloemen die ik zie bloeien in de uiterwaarden. Ik ben onder de indruk van het vermogen van het leven om een weg te vinden in de barsten van het asfalt onder mijn voeten.
Ik ben ook onder de indruk van bomen, hoe ze kunnen groeien, een explosie van ruisende groene bladeren – en intussen hoor ik verhalen over hoe moeilijk de bomen het hebben sinds de droogte van vorig jaar. Als je de bomen goed kent, dan kun je het zien, dan weet je dat velen er niet goed aan toe zijn. Je zou het kunnen zien aan de uitlopers bijvoorbeeld. Ik merk het lang niet altijd op. Hooguit zie ik soms iets aan de kleur van de bladeren. Maar meestal zie ik gewoon bladeren die enthousiast groen oplichten als de wolken voor de zon wegschuiven. Ik hoor het ruisen in de wind. Ik zie hoe de stammen stevig staan, hoe de wortels de grond in kruipen, ik weet niet hoe diep. Ik realiseer me dat de wortels ergens naartoe kruipen waar ik geen enkele notie van heb.”
verdrietig
“Ik heb trouwens hele stukken gelopen op land dat niet vitaal aanvoelde. Doods. Naar. Uitgewoond, versleten. Maar ik hou er rekening mee dat ik dan gewoon verdrietig was. Ik weet niet of ik echt kan zien wat er gebeurt, of dat ik de dingen zie door de bril van mijn eigen emoties.
Ik wil zeggen hoe blij ik ben met degenen die mij elke keer aan het einde van de middag weer zo hartelijk ontvangen, ik voel me gekoesterd. En ook hoe fijn het is om soms samen met anderen te wandelen. En om het dan te hebben over de dingen die ons bewegen – of om samen stil te blijven.
En altijd wanneer ik schrijf, heb ik zere voeten.
Op een ochtend voordat ik vertrok (ik was bij Petra) vroegen we ons af: “Waarom wordt ons hoofd boos op onze voeten wanneer ze zeer doen? De voeten doen al het werk en wanneer ze zeer beginnen te doen omdat ze zo aan het werk zijn, maakt het hoofd het alleen maar moeilijker voor ze. Het hoofd zegt nooit eens tegen de voeten: laat mij het maar overnemen.”
Ik wil mijn voeten bedanken voor waar ze me allemaal naartoe brengen.”
“P.S. en je kan het water in een rivier niet voortduwen.”