reflectie op One Year To Live – door Sander Bisscheroux

Sander Bisscheroux (1975) werkt als freelance interviewer en pianostemmer. Hij volgde sesshins bij Ton Lathouwers, Konrad Maquestieau en de monniken van Zundert. Momenteel beoefent hij vooral zelfstandig loopmeditatie.
Twaalf maanden lang werkten we toe naar onze denkbeeldige dood. Dat was wel wat blasé, zo’n denkbeeldig sterfproces. Maar ik kan niet anders dan bekennen dat het ook beklemmend was, als een bergpad dat moest worden afgelegd.
In de herfst van 2021 startte ik met de cursus One Year To Live van Zen Peacemakers Lage Landen (in samenwerking met Bread Loaf Mountain Zen Center). We begonnen met 9 deelnemers onder leiding van Anna Berghoef aan onze reis. Een vaste zondagavond per maand kwamen we via Zoom bij elkaar om een hoofdstuk te bespreken van het boek One Year To Live. Ik las de vertaling, getiteld Een jaar leven alsof het je laatste is.
wonderlijk
Het boek is geschreven door Stephen Levine. Hij is een opmerkelijke zenleraar die ook het woord God gebruikt. Zijn taal is poëtisch, vaag soms. Ik irriteerde me regelmatig aan het boek, omdat het meer om onderwerpen heen cirkelt, dan tot een kern te komen. Maar gaandeweg bleek dat juist het succes van dit boek voor onze gesprekken. De hoofdstukken openden iets, waardoor echt alles besproken werd wat nodig was, van euthanasie tot biografisch werk, van afscheidsrituelen tot uitvaartmuziek. Door de vaagheid van het boek wist je vooraf nooit precies wat besproken zou worden tijdens een bijeenkomst. Dat maakte het juist wonderlijk: het was een proces van opengaan voor jezelf en voor elkaar.
Gaandeweg haakten ook steeds meer deelnemers af. Dat was ontmoedigend: je begon samen aan een intens traject en gaf je daarin ook bloot. De ontmoetingen waren weliswaar digitaal, maar toch waren ze heel intens. Al onze angsten, noden, maar ook passies voor het leven kwamen voorbij. Ik begon echt uit te zien naar de bijeenkomsten, als waren ze voor mij een soort eilanden in een wereld vol doodsontkenning.
hart, genade
Op driekwart van de reis zag ik opeens ook de waarde: me zo intens verhouden tot mijn eigen sterfelijkheid ging drukken op mijn gemoed. Het was een belangrijk moment: ik ging dankzij OYTL opeens bewust het leven vieren. Onze geweldige begeleidster Anna had dat al vanaf dag 1 genoemd: laten we via de dood het leven vieren, maar nu pas lukte het me. Dat is ook in lijn met waar het boek OYTL eigenlijk over gaat. Het boek begint met deze zinnen: ‘Dit is een boek over vernieuwing. Het gaat niet zozeer over sterven, als wel over de rehabilitatie van het hart die plaatsvindt wanneer we leven en dood bewust en vol genade onder ogen zien.’ Het is een prachtig begin, dat ook meteen vragen opriep bij mij: vernieuwing, hart, genade. Ik werd er wat ongelukkig van in het begin, omdat het me overlaadde met vragen en dit soort taalgebruik riep ook weerstand op. Maar nu, ruim een jaar later, kan ik dit soort zinnen in een zachte gloed op mijn hartstreek leggen en ze daar koesteren, in het besef dat leven en dood een groot mysterie zijn. En blijven.
even leven
De manier waarover we tijdens die 12 bijeenkomsten spraken over leven en dood was uniek en had niet in een christelijke groep deze vorm kunnen krijgen. Ik heb in mijn jeugd als misdienaar de priester in de katholieke kerk veel geholpen bij de beeldschone begrafenisritus. En ik bracht als misdienaar de communie bij zieken mensen thuis. Het staan tegenover de dood, als jongentje met een kaars of kruis in mijn hand, heeft diepe indruk op mij gemaakt. Het traject OYTL heeft op een heel nieuwe manier het mysterie van de dood voor mij invoelend gemaakt. Het bijzondere was, dat er een gedeelde taal was die het zenboeddhisme ons aanreikt. Er kon in onze groep verwezen worden naar een koan. De nachtelijke aansporing kon besproken worden: ‘Leven-dood is een ernstige zaak’. Meester Dogen kon worden aangehaald. Het waren gereedschappen waarmee over leven en dood kon worden gesproken op een voor mij nieuwe, frisse manier. In het diepe besef dat daar het laatste woord nooit over gesproken zal zijn. En ergens ook, het besef, dat het leven sterker is dan de dood.
Ik wil eindigen met een paar dichtregels van Jan Wolkers:
ik til een blad op en daar staat geschreven
in taal die slechts de wormen is gegeven:
dood, dood en nog eens dood. En even leven.
Dat ‘even leven’, het triomfeert.
Reacties graag naar sanderbisscheroux@gmail.com