Bearing Witness in Auschwitz

Zen Peacemaker Maarten Olthof bezocht afgelopen november de Bearing Witness retraite in Auschwitz. Hier lees je de impressie van deze retraite

Bezoek aan Krakau en Auschwitz-Birkenau,
Retraite van de Zen Peacemakers met Bernie Glassman, Frank de Waele e.a.

Reflecties en haiku’s van Maarten Olthof
Geschreven voor mensen die met dana deze retraite voor mij mogelijk hebben gemaakt;
op verzoek beschikbaar gesteld aan de Zen Peacemakers


Tijdens het hindoefeest van het licht (Dewali) duik ik het duister. Ik bevind mij in Krakau voor deelname aan de internationale retraite in vernietigingskamp Auschwitz onder leiding van zenmeester Bernie Glassman. Ik heb hier een fiets gehuurd en bezoek het Schindler museum, bekend van Spielberg’s film ‘Schindler’s list’. Het is een indrukwekkend museum waar in detail op audiovisuele wijze verslag wordt gedaan van de situatie in Krakau vóór de oorlog, en met name in het joodse getto, de aanloop tot de verschrikkingen, tot en met de bevrijding door het Sovjetleger. Het museum is zeer druk bezocht en er zijn veel jonge mensen. Het is gevestigd in de emaille-fabriek waar Schindler, met charme, list, bedrog en omkoping meer dan 1000 joden wist te redden van de vernietigingskampen. De Duitser Schindler is een hoopvolle figuur. Hij laat zien dat het mogelijk is om van meedogenloze zakenman/spion van het Derde Rijk te transformeren in iemand die, zo goed en kwaad als het kan, mensenlevens weet te redden uit de klauwen van Nazi-Duitsland.


We zijn met een groep van ruim 80 personen uit 17 landen, van Australië tot Brazilië. Er zijn joden en Duitsers, maar ook islamitische vluchtelingen uit Syrië. Tijdens lange wandelingen worden we geleid langs de verschillende kamponderdelen en zijn zo getuige van wat zich hier heeft afgespeeld. Uren per dag mediteren we buiten in de kou op het perron waar de gevangen aankwamen. ’s Middags worden namen van hier overledenen gereciteerd. De lunch slaan we over indachtig de slechts 1300 kcal die de gevangenen per dag kregen.


Lopend naar Auschwitz
Honden blaffen angstwekkend
Een torenvalk bidt


De rails voeren linea recta naar de gaskamers. De demonische efficiëntie van het systeem is niet te bevatten. De 20% die gezond genoeg was, ‘mocht’ blijven leven in de werkkampen. De uitgestrektheid daarvan is ongelofelijk. Een kleine stad. Door een combinatie van zeer lange werkdagen, weinig eten en geen verwarming was de overlevingskans 3-6 maanden.


Wolken, grijs, zwaar
Boven rails en gaskamers
Bomen getuigen


Met dit soort goederenwagons werden mensen uit heel Europa naar Auschwitz afgevoerd.


Dagelijks zitten
bij gaskamer en barak,
waar kraaien pikken.


Waarom zou je naar een plaats als Auschwitz toe gaan, behalve om nog eens te zien wat we al weten en om nog eens doordrongen te raken van dat dit nooit meer mag gebeuren?


Hierbij wat overdenkingen.

Auschwitz vormt een zwarte bladzijde in de recente wereldgeschiedenis: nooit eerder werden in zo’n korte tijd op zo’n grote schaal mensen systematisch en op beestachtige wijze de dood in gejaagd. De gedachte komt misschien op: “het is al zo lang geleden, laten we er een punt achter zetten“. Maar nog steeds lijden mensen aan de herinnering aan deze kampen. Niet alleen nabestaanden van mensen die er zijn omgekomen, maar ook nabestaanden van Duitsers die er gewerkt hebben – en vele anderen via wie dit oorlogsverleden doorwerkt.
Wie naar Auschwitz gaat, betuigt respect aan de ruim anderhalf miljoen mensen die, gereduceerd tot een nummer, hier zijn omgebracht.

Een bezoek aan deze concentratiekampen, zoals wij met de Zen Peacemakers in een internationale groep gedaan hebben, werkt helend. Als nabestaanden, op uiteenlopende wijze en ieder met een eigen verhaal, hebben we de pijn gedeeld, namen van omgekomenen gereciteerd, samen gemediteerd en gezongen, teksten gelezen en stil geweest, gehuild en gelachen, kaarsen ontstoken en het leven gevierd.

Auschwitz maakt duidelijk dat dit soort excessen alleen mogelijk zijn door het zwijgen, het wegkijken en zelfs de medewerking van hordes mensen die in deze context gewoonlijk niet als ‘dader’ worden aangemerkt. Onlangs nog was in het nieuws hoe vlotjes notarissen tijdens de oorlog hebben meegewerkt aan de roof van bezittingen van Joodse gevangenen, daar zelf beter van wordend. Een bezoek aan Auschwitz draagt daarom bij aan kennis over de mens, kennis over mijzelf. Het leert je te onderkennen dat wat hier heeft plaatsgevonden ook latent in mij aanwezig is.

Het kleine en subtiele waarmee een vernietigingsmachine kan beginnen: eerst het buitensluiten, dan het uitschakelen van ‘gevaarlijke’ politieke tegenstanders, gevolgd door ‘staatsgevaarlijke’ intellectuelen, kunstenaars, religieuze leiders en besturen van universiteiten, om uiteindelijk te worden uitgebreid naar psychiatrische patiënten, gehandicapten, joden, Roma en homoseksuelen.

Toch is Auschwitz niet alleen een plaats van haat. Het kamp is ook de omgeving waar mensen, vaak met gevaar voor eigen leven, grote en onbaatzuchtige liefde hebben getoond. De grenzeloze liefde van moeders voor hun kinderen, de indrukwekkende compassie van mensen die zich opofferden voor anderen, het risico dat sommigen namen om onbekenden extra voedsel toe te spelen. Deze liefde wekt ontzag, ontroert en inspireert. Daarmee is Auschwitz evenzeer een plaats van liefde, een plaats waar mensen moed konden opbrengen om leed tegemoet te treden. Een voorbeeld van ‘going without fear’.


Hoopvolle en troostende tekening gemaakt door ouderen in een barak waar kinderen verbleven.
Kaarsen aangestoken op de plaats waar de as van gecremeerde gevangenen is uitgestrooid.


Love as much as you can,
like roses unfolding,
and Go Without Fear.