Auschwitz een koan
In november van dit jaar was ik deel van de Zen Peacemakers retreat in Auschwitz. Het was mijn eerste keer in Auschwitz. Ik zag er vreselijk tegenop. Ik wilde dit al jaren en steeds was er weer iets dat er tussen kwam. Dit jaar ging ik. Regelmatig kreeg ik de vraag waarom ik dit wilde. Dan had ik geen antwoord. Voor zover ik weet heb ik geen familie in de kampen verloren – tenzij je het idee van familiebanden verbreedt naar de gehele mensheid. ‘Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze te bevrijden’ past ook in mijn hart.
De retreat had een bijna onwezenlijk begin. Het was warm voor de tijd van het jaar (11 graden), de zon scheen en de gids leidde ons door de hoofdstraat van Auschwitz I. Kort daarvoor hadden we gaskamer 1 bezocht. Het was druk in de straten, de oude kazernegebouwen zagen er goed onderhouden uit en de bomen waren nog in blad. Als je je ogen wat dichtkneep zou je je zo in een woonwijk in Nederland kunnen wanen. Het credo ‘Arbeit macht frei’ sierde de poort.
Inmiddels was mijn eerdere angst en weerstand veranderd in ontvankelijkheid en nieuwsgierigheid. Ik nam wat ik hoorde, zag en voelde tot me. In de councilmeetings iedere ochtend voor het ontbijt kon ik mijn gedachten en gevoelens kwijt. De council groep was in die week mijn thuis waar ik steeds weer naar terug keerde. De groep bestond uit zo’n 8 personen –een mooie menselijke maat.
De samenstelling van de councilgroep week niet af van de hele groep – een bont gezelschap van zo’n 100 mensen – komend uit verschillende delen van de wereld, mannen, vrouwen, van 20 tot 80 jaar met diverse achtergronden en geloofsovertuigingen. Het was een genoegen en een eer om daar deel van te zijn. We hebben samen gezongen, gedanst, gehuild, gelachen, gemediteerd en de namen genoemd.
Dagelijks zaten we in een grote kring op het selectieplatform waar de treinen aankwamen in Auschwitz 2 – Birkenau . Daar waar de mannen, vrouwen en kinderen van elkaar werden gescheiden en de meeste van hen meteen naar gaskamer 2,3,4 of 5 werden geleid. We eerden de doden, lazen hun namen hardop en mediteerden. In de kinderbarak hoorden we kleinkinderen vertellen van hun verdriet toen zij ontdekten dat hun grootvader in de 2de wereldoorlog slavenfabrieken bezat, bij de SA was. En in de vrouwenbarak waar Etty Hillesum stierf, zongen we spontaan ook Vader Jacob in 6 talen.
Naarmate de retreat vorderde groeide in ons bont gezelschap de onderlinge verbondenheid. Bij mezelf ontdekte ik een toenemende rust en levenskracht. Dat is er nog steeds. Auschwitz heeft mij vervult met verbazing, verdriet en afschuw. Auschwitz heeft me ook laten kijken naar mijzelf. En wat ik zag was niet altijd mooi. Een paar dagen geleden kwamen zomaar ‘grote’ woorden’ in me op. Ik dacht: ‘Auschwitz rust op de bodem van mijn ziel ‘. Bernie Glassman zegt ‘Auschwitz is een koan’. Met deze koan zal ik de rest van mijn leven bezig zijn.